Ik bezocht het Stedelijk om Jordan Wolfson te bestuderen
Manic Love hing ondersteboven als een grotesk gedrocht,
slierend aan kettingen als metafoor voor helse hartstocht,
angstaanjagend genummerde frasen te declameren
Onverlet het hypnotiserend metrum van staccato scanderen
ontroerde het verminkte wezen me meer dan het vermocht
schielijk blies mijn vooringenomenheid een laffe aftocht
via bevooroordeelde wantrouw naar bezield admireren
Gekletter overstemmend schalde Percy Sledge de ruimte in;
‘when a man loves a woman’, zou hij haar alles geven wat hij had
hij zou slapen in de regen en de wereld veranderen naar haar zin
De angstaanjagende pop met bliksemogen als bezongen schat
is misschien zijn enige manier om ongeplaagd door realiteitszin
te compenseren voor het onvermogen tot een lichtvoetiger pad