Ik kwam niet van ver, maar het voelde als een andere wereld, mijn nieuwe buurtje. Ik verhuisde van de Wilhelminastraat in Oud-West naar de Helmersbuurt, ook in Oud-West. Om de buurt en mijn buren te leren kennen dronk ik geregeld koffie op het terras. Of een glas wijn. Omdat ik nog weinig aanspraak had las ik meestal. Zodra er iemand naast me kwam zitten keek ik vriendelijk op.
Op een dag, het moet haast wel rokjesdag 2009 zijn geweest, zat ik naast Martin Bril op het terras van Café Toussaint de krant te lezen. Martin zat in een rolstoel. Naast hem zat een vriend. Ze waren druk in gesprek over de Chrysler V6 motor. Ik luisterde met een scheef oor naar woorden die ik niet begreep, in de hoop ergens iets zinnigs te kunnen toevoegen.
Ik had een rokje aan die dag. En een panty, zo’n bruine, die je eigenlijk alleen maar draagt als je liever blootbeens gaat, maar het vanwege de wittigheid nog niet aandurft. Martin keek even opzij en monsterde me.
‘Zeg buurvrouw, trek dat ding toch uit,’ zei hij. Het was de eerste keer dat ik in mijn nieuwe buurt als buurvrouw werd aangesproken. Ik voelde me thuis.
Dit stukje is op 5 april 2018 geplaatst in De Volkskrant als Het beste verhuisverhaal.