Het pleit is beslecht: het eerste Amsterdamse appartement met privé zwembad is binnenkort een feit. Het blijkt een nek aan nek race geweest te zijn. De heren rijkaards waren er maar druk mee, het elkaar aftroeven met deze twijfelachtige eer. Het winnende zwembad meet niet dieper dan een meter maar wordt straks, daar hoog aan de hemel van de Zuid-as, wel zodanig uitgelicht dat wij paupers van lager allooi het allemaal goed kunnen zien. Londen, Parijs en Berlijn: here we come. Amsterdam in de vaart der volkeren. Ik zal voor de housewarming een mooi email bordje laten maken met de tekst ‘duiken op eigen risico’ en per post opsturen. Ik behoor namelijk niet tot de genodigden.
Wat mij nou het allermeest verbaast is dat je als erkend grootgeldbezitter zo sterk de behoefte voelt je te bewijzen. Houdt die drang dan nooit op? Of is die drang juist de reden dat dit soort jongens het ‘zo ver’ schopt? Die eindeloze ambitie om de Engelse uitspraak ‘there’s always someone with a bigger cigar’ een neuslengte voor te blijven. Als een puberjongetje met veel testosteron en een klein ego dat maar blijft meten hoe groot z’n piemeltje is en daarvan continu per zo veel mogelijk sociale media het bewijs de wereld in stuurt. Lekker belangrijk. De wereld verbeter je er in ieder geval niet mee. Ik hoop dat deze jongens naast een budget voor een volgend ratrace project op jacht naar de eerste helikopterlandplaats op een privé appartement in Amsterdam ook nog wat centjes over houden voor een goed doel.
In de diepste krochten van de crisis had ik ook zo’n klant. Een Rus. Hij zocht ‘het duurste appartement van Amsterdam’ en was toevallig (en per abuis) bij mij terecht gekomen. Na een eerste bezichtiging – waarbij direct duidelijk werd dat hij niet in mijn auto rondgereden wenste te worden maar een privé Mercedes mèt chauffeur en zònder taxibordje eiste – was ik nieuwsgierig en geamuseerd. Na een tweede en derde bezichtiging waarvoor ik met mijn collega verkopend makelaar ruim een half uur had staan wachten op, zeg maar, Igor, was ik geïrriteerd. Na een vierde bezichtiging met zijn Svetlana, type Hermès tas om de arm, Louboutins aan de voeten en Chanel om haar schouders, was ik geschokt. Ze presteerde het zonder een woord te zeggen tegen de ons ontvangende makelaar rechtstreeks de badkamer in te lopen en de deur op slot te doen. Met volledig bijgewerkte make-up liep ze enkele minuten later naar het raam om zich per selfie met het meest adembenemende uitzicht op Amsterdam in veelvoud haar vriendenkring in te Instagrammen. Zonder ons een blik waardig te keuren vertrok ze, sloot de deur achter zich met een klap en verwijderde zich met privé gechauffeerde Mercedes uit ons blikveld.
De vijfde en laatste bezichtiging was de druppel. Natuurlijk kwam Igor te laat. Dit keer was hij iets toeschietelijker naar de verkopend makelaar want het appartement, op de Keizersgracht, beviel hem wel. Zelfs hij begreep dat enig opportunisme de gunning ten goede zou komen. Alleen die interne trappen; die moesten wijken voor een lift. En als ‘ie dan toch bezig was: de schouw was te klein en de ruiten met roedeverdeling te enkel beglaasd. Voorzichtig vertelde ik hem dat hij dat niet zou mogen veranderen in dit rijksmonument. Hij keek me ijskoud aan en zei minachtend – net voordat hij in de pontificaal op de stoep geparkeerde Mercedes met altijd draaiende motor schoof – ‘I’m Russian, I can do anything’. Die zelfde avond nog schreef ik zijn personal assistent een e-mail waarin ik voor de eer bedankte en hem de opdracht teruggaf. Opgelucht en tevreden. Maar rijk word ik zo natuurlijk nooit.
Benieuwd of hij dat pand uiteindelijk heeft gekocht. En over Russen gesproken, lees graag de column van Derk Sauer in Het Parool.
Ik ook!!! Rare gasten, die Romei… eh Russen!