De ongetemde feeks

Vlak voor de Nationale Openhuizendag meld ik een benedenwoning aan op de Hoofdweg. De eerste gelegenheid het huis te komen bekijken is tijdens de open dag op zaterdag, daarna maak ik individuele afspraken met gegadigden. Voor het weekend word ik door Sue gebeld. Ze wil graag met haar ouders uit het oosten van het land komen kijken maar wil wel zeker weten dat het huis dan niet al weg is. Ik verzeker haar dat dit de eerste bezichtigingsgelegenheid is en dat het voor die tijd niet verkocht zal zijn.

Als ik aan kom fietsen staat de familie al klaar. Een hartelijk ‘Hallôôô!’ met Almelose tongval valt mij in vierstemmig koor ten deel. Vader, moeder, broer en Sue wandelen door het huis en luisteren met ‘argusoren’ naar alles wat ik anderen vertel. Pa klopt op muren, ma haalt vingers over afzuigkap en keukenkastjes. Hij constateert dragende muren en zij constateert stof. En vet op de afzuigkap. Ze vinden het ‘wel een môôôi pandje’. Als ik vraag of ze nog vragen hebben zegt vader dat hij al zo vaak een huis gekocht heeft. Hij weet wel hoe het werkt.

Het open huis is druk. Zo druk dat ik geen tijd heb ook maar een hap van het meegebrachte broodje te nemen. Continu ben ik bezig met het beantwoorden van vragen en het toelichten van de te volgen procedure. Familie Sue blijft tot het einde van het open huis en is nooit ver verwijderd van waar ik mijn tekst en uitleg aan anderen geef. Dit huisje gaat vlot verkopen, daar twijfelt niemand aan. Na ruim 60 kijkers lijkt aankopen onder de vraagprijs een in sneltreinvaart gepasseerd station.

Op maandagochtend vind ik naast enkele andere biedingen ook een bieding van Sue in mijn mailbox. Ze houdt zich precies aan de tijdens borrelpraat gepredikte gulden snede der particuliere huizenkopers en biedt exact 10% onder de vraagprijs. De andere biedingen zijn op en boven de vraagprijs. Met zo veel belangstelling besluit ik alle partijen te vragen een eenmalig eindvoorstel uit te brengen voor de aanstaande vrijdag om 17:00 uur. Tot die tijd geef ik gelegenheid nog een keer te komen kijken en stuur ik gegadigden een pakket met relevante documenten. De verkoper kiest dan de beste – en dat hoeft niet altijd de hoogste te zijn – partij. Gedane biedingen blijven geheim en iedereen krijgt maar één kans. Ik informeer partijen per e-mail over deze procedure.

Direct daarna gaat de telefoon. Het is Sue en ze is furieus. Als een dolle gaat ze te keer. Ik had haar toch beloofd dat het niet verkocht zou zijn? En nu is ze helemaal voor niets gekomen! Het is schandalig! En ze gaat een klacht indienen! Haar vader zegt dat dit helemaal niet mag! En ik MOET met haar onderhandelen!… Er komt geen eind aan. Aan het slot van haar tirade is ze in tranen en buiten adem. Ik probeer nog uit te leggen dat zij, net als ieder ander, gewoon een eindbod kan uitbrengen op vrijdag. Ik vertel haar dat wanneer er zo veel mensen op een huis bieden er bijna geen andere manier is dan deze om het eerlijk te doen en dat de andere biedingen allemaal een stuk hoger liggen dan de hare… Dat ze met die wetenschap nu nog haar voordeel kan doen. Het heeft geen zin. Sue schreeuwt ‘kut bitch’ bij wijze van afscheid en drukt de verbinding weg.

Kort daarna gaat weer de telefoon. Het is moeder Sue met excuses. Sue heeft een woedeprobleem legt ze uit. Ze is geadopteerd, moet ik weten, ze draagt een verleden met zich mee. Daarom gunnen ze haar een fijn en rustig huis. Ik snap het en luister geduldig. Vervolgens leg ik moeder uit hoe het biedingsproces verloopt. Ze begrijpt het.

Die vrijdag komt er een bieding van Sue; 10% onder de vraagprijs. Ik ben verbaasd. Ik was toch duidelijk geweest? In totaal ontvang ik 21 biedingen waarvan er een duidelijk de beste is. Onvoorwaardelijk, een korte oplevertermijn en een dijk van een prijs. Ik besluit als eerste de moeder van Sue te bellen met het teleurstellende nieuws. Ik heb de boodschap nog niet uitgesproken of ze steekt van wal. Rotte vis ruikt nog fris naast alles waarvoor ze mij uitmaakt. Het woedeprobleem van Sue wordt blijkbaar niet alleen veroorzaakt door een duister pre-adoptief verleden maar ook nog eens gevoed door een lichtend voorbeeld. Verbouwereerd hang ik op.

De dolgelukkige koper die ik even later bel maakt mijn dag weer goed. De vrijdagmiddag borrel gaat er gretig in die middag…

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *