Het Amsterdam van het zuiden

Wanneer we in de Venetiaanse hitte over de Riva del Vin wandelen langs restaurants waar krabben, kreeften en jakobsschelpen langs de gevelwanden uitgestald liggen, word ik enthousiast begroet door een ober in zwart pak met das. ‘Buongiorno signora’ zegt hij, terwi
jl zijn blik zonder verdere plichtplegingen afdwaalt rechtstreeks mijn decolleté in.  Ik vergeef het hem. Hij is de 60 gepasseerd, het is heet en hij kan er niets aan doen; hij heeft z’n Italiaanse bloed tegen. Of mee, het is maar hoe je het bekijkt.

Mild als ik vandaag gestemd ben, wil ik hem een stralende rood gestifte glimlach teruggeven maar de poging is vruchteloos. Zijn blik monstert alweer de volgende naderende vrouw die niet geteisterd wordt door een te dikke buik en shorts waarvan de pijpen aan de binnenkant van de dijen opkruipen richting holtes waar wij liever ver van blijven. Ik moet zeggen, hij snapt waarnaar hij kijken moet. Als ik hem was zou ik hetzelfde doen en ter plekke besluit ik dat ik in een volgend leven terug wil komen als Italiaan.

Ja, je leest het goed; de mannelijke variant van dit Latijnse volk. Voorzien van een voor Italianen nog net fatsoenlijke dosis testosteron, een bruine huid en een glanzend gelakte klassieke houten Riva speedboot. Iedere keer als ik mijn 300 PK motor voorzie van een injectie diesel zal mijn voorsteven uit de Venetiaanse lagune oprijzen als de erectie van een Griekse god terwijl ik in mijn kielzog voldoende deining veroorzaak om gezien te worden. Heerlijk! En vanzelfsprekend beschik ik dan ook over het vermogen om niet te zweten als het heet is, leren schoenen zonder sokken te dragen zonder dat ik er blaren van krijg, witte Maffeis overhemden te dragen die wit en kreukloos blijven en altijd naar een wasmiddel blijven ruiken dat van puur zeewater, sandelhout en ijzerkruid gemaakt lijkt. Tegelijkertijd beheers ik de kunst om mijn geliefde toe te dichten zoals Petrarca zijn Laura. Ja, je moet wat te wensen hebben in dit leven. Of een volgend, in dit geval.

De boodschap is duidelijk; we hebben het ordentelijke Duitsland verlaten en het fietsen opgegeven. Te koud, te nat en te… Te niet romantisch eigenlijk. Hoe hard we ook probeerden, het geluid van in de verte voorbijrazende auto’s op een natte snelweg mag met je ogen dicht, een slok Grauburgunder achter de kiezen en een hoop fantasie best klinken als een ruisende zee, het is het niet.

De criteria voor een nieuw reisdoel waren zon, zee, cultuur en bereikbaarheid binnen twee uur vliegafstand van Amsterdam. Er ging een wereld voor me open. Nice, Gerona, Malaga, Bari, Palma, Lissabon en Venetië. Het kan allemaal. De prijzen veranderen per minuut en als je juist weet te klikken win je de jackpot naar Venetië voor nog geen 150 euro retour. Zelfs als je, wijs geworden door schade en schande, Ryamair en Easyjet mijdt. Met zo’n ticket kan een leuk hotel er ook nog wel af, dus nog geen 48 uur na regenachtig Hamburg varen wij per Vaporetto aan op Lido di Venezia en checken in bij het Ausonia Hungaria Palace Hotel. OK, het is een beetje vergane glorie, de douche lekt en een van onze 2 wc’s – die bij onze zitkamer met antieke Chesterfieldbank hoort – verstopt na nauwelijks meer dan een plas, maar de gevel van glanzende majolica tegels vol fruitguirlandes, druivenranken en engeltjes geeft me toch het gevoel alsof ik in de roaring twenties terecht ben gekomen. De tangoavond op het terras draagt daaraan niet in onbelangrijke mate bij. In een volgend leven ga ik ook op dansles en als ik nog één klein wensje mag doen: ik blijk dan bovendien bijzonder getalenteerd. Vol bewondering kijk ik naar hooggehakte damesvoeten die na een lenige pas precies tussen de twee mannenbenen in landen. Bij vertrek richting volgende pas beroeren ze de kuit van de partner heel zachtjes van enkel tot knieholte met de wreef, alvorens trefzeker opnieuw richting te kiezen. Dat alles vanzelfsprekend met behoud van ritme en zonder een druppel zweet. Zucht.

In Duitsland hebben we maar liefst 3 steden doorkruist die volgens Wikipedia en de reisgidsjes de naam ‘Het Venetië van het noorden’ verdienen. Geloof het of niet, zelfs Emden met zijn lompe fregatten in plaats van gondels en loodgrijs slootwater in plaats van turquoise lagune, draagt die eretitel. Eenmaal hier voelt het met terugwerkende kracht en met plaatsvervangende Venetiaanse trots als een trap tegen het zere been. Alsof ze een tango dansen op klompen en in het voorbijgaan op alle tenen trappen. Nee, dit gaat te ver. Om de eer aan onszelf te houden, eh, aan de Venetianen te gunnen, geef ik Venetië bij deze de eretitel  ‘Amsterdam van het zuiden’. Zo wordt het toch een beetje van mij. Alsof ik er een heel klein beetje hoor en er voor deze paar dagen aanspraak op mag maken als mijn thuis.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *