Ik had eigenlijk al besloten deze week over Michelinsterren te schrijven, met een knipoog naar streetfood en de rijen wachtenden voor een Amerikaanse shoarma truck, tot er een fotoherinnering oppopt via Facebook. Ikzelf kijk mij aan met pretogen en een brede lach. Eigenlijk zie ik mezelf niet graag op foto’s, maar een enkele keer treft de dader mij op een gelukkig moment en zie ik de vrouw die ik hoop te zijn. Ontspannen, lachend en meestal met een keukenschort voor. Het is een herinnering van een jaar geleden. Met een stel vrienden en onze dochters gingen we ‘koken in een andere keuken’, een initiatief van het Stoelenproject Oud West. Je meldt je aan als vrijwilliger met een team van zes man om voor vijftig daklozen te koken in het winterseizoen. Je zorgt zelf voor de boodschappen en krijgt vanaf één uur ’s middags toegang tot de keuken van de daklozenopvang onder de Europarking.
Van de coördinatrice krijgen we een paar handige tips mee: kook hoog op smaak, houdt er rekening mee dat aardappels schillen voor 50 man plus jezelf nogal een projectje is, dat het lang duurt voordat water voor een dito hoeveelheid piepers aan de kook is en, het allerbelangrijkste, vergeet het toetje niet. Check!
Mijn vriendin stelt voor een spaghetti Bolognese te maken, maar dat schijnt bijna iedereen te kiezen als makkelijke maaltijd voor een meute, dus dat plan wordt afgeschoten. Een Indiase Dahl dan? Met linzen, veel groenten, rijst en vers gebakken garlic nan? Goed idee, maar als we geen muiterij willen van de heren dak- en thuislozen dan moeten we wél vlees toevoegen. Liefst lekker vet. Omdat de keuken mijn natuurlijke habitat is en de plek waar ik het best tot mijn recht kom, is het vanzelfsprekend dat ik de pollepel zwaai en de boodschappenlijst opstel.
In de supermarkt besluiten we voor biologisch rundergehakt; áls we het doen dan doen we het goed. Gewapend met een kar vol rode en bruine linzen, tomaat, broccoli, kokosmelk, turkse yoghurt, munt, koriander, Spaanse pepers en vanillevla ploegen we de brug over terug naar de Europarking. Een van ons gaat naar huis voor mijn verzameling Indiase specerijen en een ander gaat nog op jacht naar bevroren rood fruit voor de saus over de flaflip met slagroom die we als toetje bedacht hebben.
We verliezen ons in fruiten, snijden, kneden en bakken en storten de balletjes in yoghurtkokossaus vast in de bain Marie’s. Vanaf vijf uur ’s middags druppelen de gasten binnen. Een vechtpartij breekt uit over een te hard neergezette tas. Gelukkig zijn de begeleiders ervaren en smoren ze het gedonder in de kiem. Als ik de borden klaar zet en de pot sambal die we hebben gekocht open draai, begint er iemand hard te lachen. Één pot sambal voor vijftig pakketjes door alcohol en drugs lamgelegde smaakpapillen? Dat gaat niet werken. Uit de geheime voorraadkast komt nog een literpot oelek te voorschijn. Nadat we rijst en geurige Dahl – hoog op smaak – in de bakken hebben gestort beginnen we met opscheppen. De gelooide koppen voor ons snuiven geïnteresseerd boven hun bordjes voordat ze er voor de zekerheid nog een paar lepels sambal aan toevoegen. De twee potten blijken al snel niet genoeg, maar de voorraadkast is op deze omstandigheid voorbereid.
Als laatste schuiven we zelf aan. Zelfs zonder sambal schieten de tranen me in de ogen. Ik luister naar het verhaal van een verdwaalde Canadees, die al jaren van shelter naar shelter hobbelt, en we proosten met onze waterglazen. Nog voor het toetje mogen wij de zaal verlaten, we krijgen schouderklopjes, natte zoenen en bearhugs. De mannen schuiven de tafels en stoelen aan de kant en verruilen die voor plastic matrassen. Voor het slapen gaan eten ze nog een vlaflipje. Ik krijg een visioen van peuters in fluwelen pyjamaatjes met voeten. Het is doodstil in de zaal.
De foto die Facebook me stuurt is genoeg om het gevoel dat ik die avond had weer op te roepen. Ik open de agenda van het Stoelenproject en boek mezelf en mijn collega’s voor een datum in maart. En ik begin alvast met sambal maken.
Deze column is live voorgelezen op 22 januari 2020 in een Scheltema Culinair uitzending van AmsterdamFM, met als gast oprichter van onder meer restaurant Fifteen en de Zuidermarkt: Sarriel Taus. De column kun je hier terugluisteren.