Tijdens een nieuwbouwgesprek op het kantoor van een collega kunnen mijn cliënte en ik onze ogen maar nauwelijks afhouden van het peilloze decolleté dat ons schaamteloos wordt voorgeschoteld. Een hoger sluitend voorkantje zou amper helpen om mijn blik op de meer gebruikelijke ooghoogte te richten vanwege de mate van transparantie van het gevalletje dat ze draagt. Het heeft weinig om het lijf, wil ik maar zeggen.
Mijn klant, een dame van bijna 80 die een goed deel van de vrouwenemancipatie van haar generatie voor haar rekening nam, kijkt me van opzij aan. Ik zie aan haar gezicht dat ze nog niet weet of ze nou moet lachen of huilen. Niet veel later, wanneer de makelaar tegenover ons de locatie van het appartement op de tekening aanprijst als ‘echt té sexy’, wordt het mijn gezelschap te veel. Ze schiet in een schaterlach. We nemen afscheid en bedanken voor het inkijkje in dit project.
We zoeken onze toevlucht bij Café Krom en nemen een glas wijn om bij te komen. Ik roddel niet graag maar kan het na dit meemaaksel niet nalaten een boekje open te doen over deze dame. Het is een publiek geheim en wordt op borrels van de Makelaarsvereniging vaak gememoreerd om nieuwkomers in het vak een smeuïg perspectief te bieden op het wel en wee van de grootstedelijke makelaar…
Het moet ongeveer 15 jaar geleden zijn geweest. Haar decolleté begon centimeters hoger en de huid was ongerimpeld. Mooi was ze nooit maar verleidelijk des te meer. Ze verkocht een benedenhuis voor een klant die in het buitenland verbleef. Ik was er niet bij en heb het verhaal nooit uit haar mond gehoord maar ik verbeeld me graag hoe het is gegaan.
Juli 2002, een snoeihete doordeweekse dag. Het zweet breekt haar uit zodra ze het relatief koele benedenhuis betreedt. Ze knoopt haar blouse nog maar een knoopje losser en schudt haar haren los van haar kleverige nek. Sieraden tinkelen zachtjes als vooraankondiging van de voordeurbel.
‘Poeh, poeh, wat een hitte!’ roept ze uit als ze hem binnenlaat. Op haar hooggehakte sandaaltjes klikklakt ze voor hem uit naar de terrasdeuren aan de achterzijde om ze met een dramatisch gebaar open te gooien richting tuin. Een zuchtje zwoele wind doet haar bloesje kleven aan haar lijf en toont zo details die normaal alleen aan intimi voorbehouden zijn. Ze is zich maar al te goed bewust van het effect en glimlacht hem provocerend toe.
Het huis is duur dus hij heeft geld, denkt ze onvermijdelijk. Maar zelfs zonder die gedachte waren haar zinnen al geprikkeld. Hij ziet er goed uit, strak in het kort gesneden zomerpak met de aviator zonnebril bungelend onder het opengeknoopte V-tje van het feilloos gestreken witte overhemd. Kraakhelder. Een prestatie op een dag als deze. Een paar druppeltjes zweet parelen langs zijn slapen vlak voor hij ze weg dept met een zakdoek.
Heupwiegend leidt ze hem rond via de tuin naar de keuken en uiteindelijk naar boven. De temperatuur stijgt, evenals de spanning. Ze gaat hem voor naar de slaapkamer en ploft quasi uitgeput door de hitte wijdbeens neer op het voeteneind. Dichterbij dan fatsoenlijk zijgt hij naast haar neer. Een fractie van een seconde kijken ze elkaar recht aan. Er zijn geen woorden nodig om duidelijk te maken wat ze allebei willen. Zonder enige terughoudendheid knoopt hij haar bloesje open.
Terwijl zij zich volledig overgeven aan het minnespel steekt er beneden iemand een sleutel in het slot. De voordeur gaat krakend open maar dat hoort, behalve de jonge vrouw die binnenstapt, niemand. Het is de zus van de eigenaar. Ze is haar hete bovenhuis ontvlucht, op zoek naar wat verkoeling in de tuin van haar broer. Even schrikt ze als ze ziet dat de tuindeuren wagenwijd open staan maar dan ziet ze een handtas op tafel, naast een ordner met op de rug in kapitalen het adres van haar broer. De makelaar. Natuurlijk, het huis staat net te koop!
‘Joehoe!!!’ roept ze, ‘niet schrikken hoor!’ Ze loopt de trap op naar boven om haar aanwezigheid kenbaar te maken en kennis te maken. De deur naar de slaapkamer staat op een kier. Niets vermoedend duwt ze hem open om zo onbedoeld de makelaar en haar klant op heterdaad te betrappen.
Mijn klant heeft ademloos zitten luisteren op een barkruk bij Krom. Ze neemt een grote teug wijn en merkt dan fijntjes op: ‘Ze is in die vijftien jaar helemaal niets veranderd.’