De race naar vergane glorie

Het is weer tijd voor een bibliotheekbezoek. Op de OBA website check ik de agenda. Voor vanochtend staat er Samenspraak gepland op het Javaplein. Anderstaligen worden gekoppeld aan een Nederlandstalige om samen te praten. Een van de mooie initiatieven van de OBA. Klinkt goed: daar zit vast een mooi verhaal in! De zomer maakt een doorstart dus met zonder jas fiets ik Oostwaarts. Ondertussen kijk ik uit naar een ontheemde vluchteling die in een Amsterdamse bibliotheek een nieuw thuis vindt. Precies op tijd meld ik me, maar aan de balie hoor ik dat er in augustus helemaal geen samenspraak is. Foutje in de agenda, maar het geeft niet. Wanneer je op zoek bent naar het één vind je vaak het ander. Serendipiteit, ik geef me er graag aan over.

Ik stel me netjes voor en vertel wat ik kom doen. Dat ik wekelijks een stukje schrijf over een Amsterdamse bibliotheekvestiging. De medewerker hoort me aan maar geeft lou sjoege. Radioprogramma? Column? Het zal wel. Ik besluit de enorme bibliotheek te bekijken. Zonder te tellen registreer ik onbewust minstens dertig computers. Waarom? Er is er niet een in gebruik. Er zitten wel mensen op hun eigen laptop te werken. Net als ik. Met matige WIFI. Dit is de bibliotheek waar iedereen de loftrompet over steekt. De bibliotheek van de toekomst. Zo hedendaags. Het Parool noemde het zelfs kort na de opening de mooiste bibliotheek van de stad. Ik ga op zoek.

Ik zie grijs gemoffelde stalen kasten die keurig in het gelid staan, een opengebroken lekkageplek in het plafond, een scheefhangende lampenkap naast een zitje waar ik vanwege de ongezelligheid niet ga zetten en eiken strokenparket op de vloer dat al weer bijna vintage is. Eind jaren tachtig vonden we dat mooi. Dit is het soort bouw en inrichting waarvan je over tien jaar zegt ’typisch jaren ’10’. En dat is dan geen compliment. Moderniteit zo oppervlakkig dat ze voordat ze versleten is alweer gedateerd en oubollig is. Ik moet denken aan Slotervaart en word er een beetje droevig van.

Als ik m’n verdriet wil verdrinken met een goede kop koffie moet ik haast huilen. Er is alleen een koffieautomaat. En die is buiten werking. De mevrouw die hem aan de praat probeert te krijgen praat in zichzelf tijdens het oplossen van het probleem. Ze neuriet zachtjes. Daar wordt  ik dan wel weer gelukkig van. Ik moet denken aan mijn basisschoolrapport waarop je naast cijfers voor de gewone schoolvakken ook een cijfer kreeg voor ijver en vlijt. Deze mevrouw zou hoog gescoord hebben. Bij haar in de buurt ga ik aan een tafel zitten schrijven. Als zij de klus klaart met een opgewekt ‘zo!’ weet ik dat het gedaan is met de gezelligheid. Ik besluit elders op zoek te gaan naar echte koffie. De Javastraat biedt daarvoor genoeg mogelijkheden. Ik kan zelfs kiezen uit allerlei verschillende roasts.

Voor ik weer op huis aan stuur ga ik nog even langs The Curry House, voor een zak verse groene pepers en een warme samosa. Dat maakt een hoop goed. Geweldige buurt, lekker pittig, en een fijne mix van alles wat Amsterdam te bieden heeft, eigentijds.  In tegenstelling tot de bibliotheek. De race naar vergane glorie hebben ze wat mij betreft gewonnen: binnen zeven jaar is dat doel bereikt.

Dit is de 14e column, in een serie van 27, vanuit OBA vestiging Javaplein.

Voor Paperback Radio van Amsterdam FM bezoek ik wekelijks een vestiging van de Openbare Bibliotheek Amsterdam. Dat zijn er 26 in totaal, exclusief de oude Centrale Bibliotheek op de Prinsengracht die ik als eerste aandeed. Als ik alle bibliotheken gezien heb, bestaat de OBA op de kop af honderd jaar. Deze column is voorgelezen op 28 augustus 2018 in een uitzending over onder meer bibliotheken met als gast Marloes Gies, educatief medewerker bij bibliotheek Cinétol.

 

Hieronder kun je het programma integraal beluisteren.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *