Een ouderwetse bel klingelt achter de voordeur en vrijwel direct hoor ik energiek tikkende hakken naderen over de marmeren vloer van de gang. Een frêle vrouw doet open. Ze heeft rossig haar, zorgvuldig opgestoken, maar toch hangt er her en der een piekje los, als om aan te geven dat ze druk doende is. De kleur van haar kousen is zorgvuldig gekozen in de kleur van de vlinders op haar blouse. Ze heeft de uitstraling van een meisje maar in het kadastrale uittreksel heb ik gezien dat ze de zestig al gepasseerd is. ‘Lonneke Locatelli’, stelt ze zich voor.
Ze leidt me naar de eetkamer aan de achterzijde, grenzend aan de tuin. De deuren staan open en de ronde tafel is voor een kwart gedekt met een kleedje. Daarop een gebloemd bordje en kopje, een zilveren couvert, een gekookt ei in een dop en een bijna oranje jus d’orange in een kristallen glas.
‘Voor mijn zoon,’ zegt ze ‘die zal zo wel wakker worden. Hij houd van een zachtgekookt eitje en vers geperst sap’. Ik krijg koffie in een porseleinen kopje op een schotel en mag een koekje kiezen uit een gedeukt Verkade trommeltje.
Als de telefoon gaat springt ze op. Terwijl ik haar in het Engels afspraken hoor maken en zie noteren in een grote agenda, kijk ik om me heen. In de voorkamer staan een bank en een schitterende concertvleugel. Op een werkbank in de hoek liggen een blaasinstrument – waarvan ik aanneem dat het een hobo is – wat gereedschap en wat eindjes hout. Op de schouw staan foto’s. Familiefoto’s, vakantiefoto’s, van Lonneke en haar kinderen in andere tijden. Aan het kenteken en het landschap herken ik Italië. Ze kijkt op iedere foto even stralend en gelukkig naar de lens, of naar de man daarachter. Ze verontschuldigt zich als ze weer naast me komt staan. ‘Excuus, mijn man is musicus’, legt ze uit ‘en ik beheer zijn agenda en doe zijn administratie, zodat hij zich met dat soort zaken niet hoeft te vermoeien. Hij is bijna altijd in het buitenland. In Italië vaak, daar komt hij vandaan.’ De adoratie is in haar ogen te zien.
We lopen samen door het benedenhuis dat verkocht moet worden. Ze hebben een lang gekoesterde droom waargemaakt en een heel oud romantisch pandje in de schaduw van de Noorderkerk gekocht. Opgetogen vertelt ze erover. De kinderen zijn binnenkort allebei de deur uit en deze stap leidt een nieuwe fase in hun huwelijk in. Ze krijgen de 23e december de sleutel en hebben afgesproken een romantisch kerstdiner bij kaarslicht te picknicken tussen de dozen. Stress over de verhuizing? Welnee, ze verheugt zich er op! Ik moet glimlachen om haar genoegen en zie het voor me.
Ze opent de deur naar de slaapkamer en het eerste wat ik zie is een grote foto van een warhoofdige man, met gekleurde punaises vastgeprikt op het plafond boven het ledikant. Vragend kijk ik haar aan. Ze begint te blozen. ‘Hij is zo vaak weg, begrijp je? Zo kan ik ’s avonds voor het slapen gaan nog even naar hem kijken. En ’s ochtends is hij het eerste wat ik zie’, mijmert ze giechelend als een verliefde bakvis.
Al snel heb ik in de gaten dat haar leven in het teken van haar man staat en dat ze alles wat ze voor hem doet met liefde doet. De schaarse uren die ze niet bezig is met haar man, is ze er voor haar kinderen die allebei al rond de dertig zijn. De verkoop gaat van een leien dakje en de opbrengst is van dien aard dat er in het nieuwe huis nog wat aanpassingen kunnen worden gedaan. De grote musicus ontmoet ik voor het eerst bij de notaris waar de koopakte wordt getekend. Een ding valt me op: hij kijkt niet zo naar haar als zij naar hem.
Tussen Kerstmis en oud en nieuw loop ik Lonneke tegen het lijf in de buurt van haar oude huis. Ze ziet er verschrikkelijk uit; het rode haar is grijs aan de wortels en hangt in vettige pieken om haar bleke gezicht, de gekleurde panty vertoont een ladder en haar ogen staan verdrietig. Ik vraag hoe de verhuizing is gegaan en nog voordat ik het vraagteken heb kunnen plaatsen begint ze te huilen. Op kerstavond, een dag na de levering van het nieuwe huis, heeft Bernardo haar verlaten. Hij bleek al jaren een verhouding te hebben met een leerlinge in de leeftijd van hun eigen kinderen… Met kerst zat Lonneke te picknicken tussen de dozen, alleen, met een magnetron maaltijd van Albert Heijn op schoot. Het smaakte haar niet.