Het is tien uur ’s ochtends en de thermometer wijst dertig graden aan. Het AT5 nieuws meldt dat zwemmen in de Amstel wordt afgeraden vanwege blauwwier. Mijn fietstocht naar de bibliotheek in Ouderkerk, met tussentijdse duik in de rivier, stel ik uit tot koeler tijden. Op de website van de OBA zoek ik naar een bestemming dichterbij. Vanochtend worden er plaatjes gedraaid op de vaste vrijdagochtendbijeenkomst van ‘Ouderen in de wijk’ in de Spaarndammerstraat; dat klinkt goed! Ik trek rode schoenen en een bijpassende polkadotjurk aan, stift mijn lippen en vertrek. Er zal wel niemand komen met dit weer, maar àls er gedanst wordt ben ik voorbereid.
Traag trap ik door de stad die loom en lodderig is. Bruggen zijn opgezwollen en zitten klem in de greep van de hitte. Koelen met water biedt nauwelijks soelaas. Het beloofde onweer van gisteravond bracht vier druppels regen maar geen verkoeling. Het was de heetste nacht ooit… Ik parkeer m’n fiets in de schaduw, want alleen al de gedachte aan stilstaan in de zon doet me zweten. Over rood linoleum wandel ik de bibliotheek binnen.
Achterin tref ik aan een grote tafel een groep mensen. Ouderen? Ik had ze me anders voorgesteld. Goed, ze zijn ouder dan ik en overwegend grijs, maar ze lijken in niets op de doelgroep voor wie sinds begin deze week van overheidswege het warmteprotocol is geactiveerd. Ze zitten gezellig te praten, drinken koffie en water en kluiven aan parten watermeloen. De dames zijn in de meerderheid. Terwijl ik zweterig en vies binnenkom, ruikt het hier heerlijk. Het is mijn overbuurvrouw denk ik, met haar waaier verspreidt ze een exotisch parfum. Ik zie nergens een platenspeler en al snel wordt duidelijk dat het programma gewijzigd is. Er worden geen plaatjes gedraaid. Vandaag houdt een vast lid van de groep een lezing over York, haar geboortestad.
Met passie vertelt ze over de geschiedenis. Hoe York werd gesticht door Romeinen, veroverd door Vikingen en vervolgens prijsgegeven aan de Noormannen, aangevoerd door Willem de Veroveraar.
Maar, wacht eens even… Willem de Veroveraar was toch een Fransoos en geen Noorman? Ineens begrijp ik de spraakverwarring: een Engelse Norman is geen Noorman maar een Normandiër… En in het kielzog van deze openbaring snap ik ook waarom het Germaanse Oudengels uit het epische gedicht Beowolf – wat ik als Friessprekende middelbare scholier overigens best aardig begrijpen kon – zich heeft ontwikkeld tot de mengtaal waaraan ik een groot deel van mijn Spaanse woordenschat ontleen.
Ze vertelt over katholicisme en protestantisme, brute koningen en hoe de wrede wraking door hung, drawn and quartered, het lot werd van Guy Fawkes, die het parlement probeerde te ondermijnen met tonnen buskruit. Een roerige geschiedenis kortom, met als hedendaags overblijfsel het haast onomstotelijk bewezen bestaan van spoken in die stad. Want wanneer je als loodgieter aan het pijpfitten bent in een of andere kruipruimte kan het zomaar gebeuren dat je een legioen Romeinse soldaten tegen het lijf loopt. Niet ten voeten uit, maar pas vanaf de knie. De onderbenen gaan namelijk schuil in de aarde omdat het grensvlak tussen ondergrond en lucht in de Romeinse tijd een paar voet lager lag.
Er is veel te doen in York. Zoveel dat je je afvraagt wat je als eerste moet doen als je aankomt. ‘Naar de kroeg!’ roept een schrandere kerel. Gelach alom, maar hij heeft gelijk. Dat is vaak het beste. Zeker als het buiten 35 graden is. Ik pak m’n laptop in en kuier naar de kroeg aan de overkant. Het mag dan pas een uur zijn, het is de hoogste tijd voor een ijskoud biertje.
Dit is de tiende column, in een serie van 27, vanuit OBA vestiging Spaarndammerstraat
Voor Paperback Radio van Amsterdam FM bezoek ik wekelijks een vestiging van de Openbare Bibliotheek Amsterdam. Dat zijn er 26 in totaal, exclusief de oude Centrale Bibliotheek op de Prinsengracht die ik als eerste aandeed. Als ik alle bibliotheken gezien heb, bestaat de OBA op de kop af honderd jaar. Deze column is voorgelezen op 31 juli 2018. Gast was Virginia Woolf en Donna Tart vertaalster Barbara de Lange.