Ten slotte

Verspreid over vier seizoenen heb ik inmiddels 25 bibliotheken én de oude Centrale Bibliotheek, nu het Andaz Hotel, bezocht. Ik begon in het voorjaar van vorig jaar. Het is nu winter van een nieuw jaar, het OBA jubileumjaar 2019.  Als ik in de Molenwijk het winkelcentrum inwandel op zoek naar de OBA zie ik dat de bomen al zacht roze bloeien. Sneeuwklokjes en krokussen doen dapper mee in wit, geel en paars. Ik bezocht nog nooit eerder een bibliotheek tijdens de avondopenstelling, mijn laatste kans is dus de eerste keer.

Het schemert. In het voorportaal is aangeplakt dat er Free Wifi  is in deze vestiging en dat de jeugd alleen maar toegang heeft met een geldige bibliotheekpas. Dat zal er wel niet voor niets staan. Ik zet me aan de leestafel en ga undercover achter de Volkskrant. Om me heen zitten in vier groepjes jongeren met een migratieachtergrond achter computers. Ik hoor ingewikkelde bedrijfseconomische formules hardop uitgerekend worden. Aan de andere kant doen twee jongens hard hun best een derde af te leiden van zijn tentamenstof. Bek dicht kankermongool. Ik ga niet nog een jaar van me leve verklote. Ekt, ga ff koffie score ofzo.

Tegenover me leest een man in beveiligersuniform een krant. Is hij ook undercover of heeft hij pauze? Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat Amsterdam Noord in opmars is, maar dat deze wijk met haar flats in molenwiekvorm daar de uitzondering op is. Vanuit de kinderhoek hoor ik kleine stemmetjes hun eeuwige vragen stellen. Maar waarom kan wolf dan niet lezen?

De boekenkasten doorkruisen de bieb in diagonaal, evenals de eikenhouten vloerdelen. Het gebouw leent zich perfect voor het haast standaard bibliotheeklinoleum, maar hier kozen ze denk ik bewust voor wat meer warmte. Groepjes kamerplanten op diverse tafeltjes in midcenturystyle vintage potjes proberen daar aan bij te dragen. Ik kuier zigzag langs de boekenkasten en speel onderwijl kiekeboe met een ronddarrend peutertje wiens moeder boekjes uitzoekt. Een opgeschoten jongen kiest zorgvuldig een boek. Als hij vertrekt loop ik naar de kast waar hij een kleine lege ruimte liet ontstaan in de serie ‘Hoe overleef ik… ‘ van Francine Oomen. Het zou zomaar ‘Hoe overleef ik mijn vakantie’ kunnen zijn, want precies die titel ontbreekt tussen de vrolijk gekleurde ruggetjes. Het is ten slotte voorjaarsvakantie.

De bibliothecaresse – opgestoken haar, bril en vriendelijk gezicht – loopt met een karretje langs de planken om boeken terug te zetten. Ieder boek dat ze op zijn plek zet geeft ze een bemoedigend klopje na. Als een kleine liefkozing. In deze bibliotheek zul je niks tevergeefs zoeken. Alles staat keurig op nummer; daar zorgt zij wel voor. Ze bladert door het volgende terug te plaatsen boek. Ze raakt verdiept in wat ze leest en glimlacht. Stiekem aait ze de pagina met de plaatjes. Het zou me niet verbazen als ze af en toe haar neus in de krochten van het boek steekt en de geur van papier en drukinkt opsnuift als een delicaat parfum. Ze zet het boek terug en geeft het een tikje op de billen. Zen en de kunst van het boeken terugplaatsen. Ik voel me als de smiley emoticon met hartjes in z’n ogen. Boven mijn hoofd hangen rode valentijnballonnen mijn emotie kracht bij te zetten.

Buiten heeft het schemerduister inmiddels plaats gemaakt voor donker. Wanneer ik de bibliotheek verlaat voel ik de neiging het licht uit te doen en af te sluiten. Het is tenslotte de laatste bibliotheek uit deze serie. Maar gelukkig blijft het licht bij de OBA nog even branden.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *