Mijn Ophelia

Ik loop onbevangen de zaal in. Zodra ik haar zie hapert mijn hart. Ik weet dat ze bestaat, ik ken mijn klassiekers, maar zo mooi had ik haar niet verwacht.
Er is geen bankje, dus ik sta. Tot mijn voeten pijn doen. Ik verslind het beeld. Haar mond licht geopend, drijvend in een krans van bloemen in ijskoud, zwart water. De klaproos eenzaam rood, Ophelia dood.
Dood, maar onsterfelijk gemaakt door Millais.

Ik loop de galerie binnen en zie haar. Levend, staand in ijskoud, zwart water, waterlelies drijvend rond haar voeten, haar lippen rood in een spierwit gelaat. Ze staart naar een traag rijzend monster gevuld met rozen. Polonius? Hamlet? Of mijn fantasie? Een rib uit mijn lijf, mijn Ophelia.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *