Buitenplaats

Met een vriendin en haar zoontje zit ik koffie te drinken bij de Tolhuistuin. Omdat zij daar sinds kort vlakbij woont en ik de beroerdste niet ben, toog ik door weer en wind noordwaarts.

Tussen een boterham pindakaas met vlokken en een schone luier door vraagt ze me of ik de expositieruimte al eens gezien heb. Me niet onmiddellijk bewust van mijn eigen kortzichtigheid antwoord ik als eigenheimerige-onder-het-IJ-chauvinist dat ik eigenlijk nooit in Noord kom…

Van schrik laat haar peuter van anderhalf zijn mond die als een zuignap op de glazen scheidingswand geplakt zit los. Als in een Make it epic filmpje trekt het kwijl in slowmotion tergend langzaam draden tussen glas en babylippen. Het moment van loskomen wordt gemarkeerd met een alleen voor mij hoorbaar ‘pfffllopppp’.  Met het omdraaien van zijn hoofd wordt een druppel kwijl langzaam mijn kant op geslingerd om als een wake-up call in mijn net gebrachte koffie te landen. Net als de concentrische cirkels veroorzaakt door de druppel in mijn koffie verruimt mijn smaldenkend brein zich. Pas op! Vooral niet straks ook nog zeggen dat ik weer terug ga naar ‘de stad’, denk ik. De baby graait ondertussen in een handige beweging het koekje van mijn schoteltje.

Bij wijze van excuus voor mijn kleingeestig negeren van het stadsdeel waar inmiddels al lang de nouveau ruigste koks van Amsterdam koken, het mooiste filmmuseum op aarde staat en de spannendste schommel van het Universum je op grote hoogte laat ervaren wat living on the edge echt is, vertel ik haar een anekdote.

Jaren geleden, ergens in april, verkocht ik een appartement in de Helmersbuurt. Het was zo’n transactie waarmee iedereen gelukkig was. De verkoper had voor zijn gevoel een goede prijs gekregen en de koper was er van overtuigd dat hij als kersverse Amsterdammer zich een plekje in het epicentrum van de bruisende hoofdstad veroverd had. Er was taart bij de levering en, als ik het me goed herinner, zelfs Champagne.

De notaris, een al wat oudere dame, vertelde over hoe zij lang geleden haar huis op de Keizersgracht kocht en hoe geweldig spannend ze dat toen vond. De koper beaamde volmondig dat ook hij nachten had wakker gelegen, zich bewust van de enorme stap die hij had gezet maar vooral ook plannen makend voor het nieuwe huis en de nieuwe fase in zijn leven als mondain stadsburger. Hij tekende de nieuw te plaatsen keuken uit op de achterzijde van de leveringsakte. De notaris zat samen met hem over de tekening gebogen en uitte haar bewondering. Niet veel later kwam de verkoopbrochure op tafel en legde de koper in geuren en kleuren aan de hand van de foto’s uit waar hij precies op gevallen was; de authentieke sfeerdetails, het Vondelpark en het Leidseplein om de hoek… De notaris begreep het volkomen terwijl ze geamuseerd en goedkeurend knikkend van haar Champagne nipte.

‘Weet u wat, ‘ zei de koper spontaan, ‘ik geef op Koninginnedag een housewarming party, dan komt u toch gezellig ook?!’ De notaris keek hem verschrikt aan en antwoordde angstaanjagend snel ‘O nee! Ik ga op Koninginnedag nooit de stad uit!’ De blik van de koper verstarde. Even leek zijn nieuw verworven paleis in Oud West iets minder mooi en de transactie iets minder glansrijk.

De notaris ging over tot de orde van de dag en las het slot van de akte voor. Vriendelijk bood ze de koper haar pen aan om zijn handtekening onder de akte te zetten. Terwijl hij tekende verscheen er een glimlach op zijn  gezicht.
‘Nou, bij deze ben ik de trotse bezitter van een buitenplaats!’ Sprak hij.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *