Plastic fantastic

Plastic fantasticAls het weerbericht na 10 dagen fietsen door winderige nattigheid voor de komende 10 dagen nog steeds noodweer voorspelt, als de gemiddelde temperatuur de 14 graden niet overschrijdt en als je vlak voor de Deense grens ontdekt dat je je paspoort bent vergeten, dan is het tijd voor Plan B. De trein terug naar het zuiden. Gelukkig zijn we zo ver noordelijk dat zelfs Hamburg al een halve dagafstand treinen naar het zuiden is, dus dat wordt onze exotische nieuwe bestemming. In de trein overdenk ik onze tocht. Van Noordoost Groningen tot ver boven in Sleeswijk Holstein. Vorige week vergeleek ik onszelf nog met Van Lennep op inspectie, nu voel ik me de Wanderer van Friedrich, vanaf een iets hoger gelegen standpunt het Duitse land overziend. Een beetje eenzaam, een beetje buitengesloten en bovenal een beetje anders…

Duitsers en Nederlanders lijken op elkaar. We begrijpen elkaar en drijven graag, en goed, handel met elkaar. Ja is ja, en nee is nee. Of nein dan, aan deze kant van de grens. Maar Duitsers en Nederlanders zijn ook zo verschrikkelijk verschillend… Onze route leidt ons langs de Noordzee- en Waddenzeekust. Via Wilhelmshaven, Bremerhaven en Cuxhaven over de Ems, de Jade, de Weser en de Elbe verder richting Denemarken. Waar wij Nederlanders onze neus ophalen voor de Waddenzeedijk en de daaronder gelegen stadjes en dorpen, koesteren de Duitsers ze. De plaatsnamen eindigen bijna zonder uitzondering op ‘haven’ (ja, echt: met v in plaats van f!) of beginnen met ‘bad’. De met felgroen gras begroeide dijken bieden plaats aan honderden Strandkörben, die nostalgische rieten strandstoelen, al dan niet in felle kleuren of met bontgekleurde gestreepte kussens. Het zijn stuk voor stuk badplaatsen, de meesten zelfs – en dit is bloedserieus hier in Duitsland – staatlich anerkannt. De dijk wordt op enkele plekken onderbroken door een praktische betonnen trap en met hoog water plons je dus zo de zilte waddenzee in. Met laagwater doen de Duitsers aan wadlopen. Kilometers ver. De kniekousen en sandalen voor de gelegenheid op de dijk geparkeerd en de Jacke stevig dichtgeritst tegen de immer jagende zeewind. Daarna is het heerlijk beschut genieten in je plastic (ja, dat riet das war einmal, die stoelen zijn nu zonder uitzondering van plastic) Strandkorb.

En hier komen we aan bij wat wel het grootste verschil tussen Duitsers en Nederlanders moet zijn: het kozijn. In dit geval metafoor voor ons gedachtengoed over wat mooi is en wat lelijk, wat monumentaal is en wat niet, en misschien wel over wat goed is en wat slecht…  Alle, echt letterlijk alle, kozijnen in bewoonbare Duitse huizen zijn van plastic. Meestal van het witste wit, uitgevoerd zonder enig profiel en met het grofste scharnier. De enkele houten kozijnen die we tegenkomen hangen krakkemikkig weg te rotten in een al lang geleden verlaten bouwval. Maar dat is nog niet alles. Ook het oude postkantoortje in Büsum, dat van een afstand met leuk donkergroen vakwerk en gewelfde dakkapelletjes pittoresk staat te lijken, blijkt bij nader inzien voorzien van Trespa plaatwerk met kunststof donkergroene stroken als vakverdeling. Zelfs de dakgoten zijn van plastic. De kamer die we huren is van binnen okergeel met, op de plek waar ooit de houten balken van het vakwerk de muren in vlakken verdeelden, witte platte lijsten. Nieuwsgierig prik ik mijn nagel er in. Wat dacht je wat? Piepschuim. Met een laagje latex. Ik kan het niet laten even later op het bureau te klimmen om de geprofileerde sierlijst in de hoek tussen muur en plafond te onderzoeken. Een vingerprik later wordt bevestigd wat ik al vermoedde: polystyreen!  Ik vrees voor de mooie boerderijtjes met rieten dak die we onderweg tegenkomen. Het duurt vast niet lang of de Duitser vindt iets uit om ook dat riet door plastic te vervangen. Een Trespa plaat met rietprint? Het zou me niets verbazen. Het is maar een kleine stap vanaf het laminaat met eikenprint…

’s Avonds in een lokaal visrestaurant waar we voor het eerst in ons leven op advies van onze buurman Labskaus eten – een onooglijke stamppot van rode biet, aardappel, viskoppen, spiegelei en haring die verrassend lekker smaakt maar er tegenovergesteld uitziet – vraag ik hem wat dat toch is, met al dat plastic. Hij kijkt me meewarig aan wanneer hij antwoordt dat de Duitser de dingen graag in één keer goed doet. Even later verlaat hij het restaurant en stapt in zijn Mercedes. Zijn knipperlicht geeft richting aan naar links terwijl hij rechts afslaat naar huis. In één keer goed.

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *