Alfredosaus met Amarone

TRAPPENHUISOp een nazomermiddag bel ik aan bij een herenhuis aan het Vondelpark. Ik hoef niet te zoeken naar de juiste bel. Er is er maar een. Messing, gepoetst, met een dito naamplaatje waarop een welluidende Italiaanse naam prijkt. De man met de mooie naam doet open. Zijn voorkomen is even knap als zijn naam. Clooney meets Obama, maar dan met een klassieke Italiaanse Alfredosaus. Ik moet oppassen dat ik niet verzandt in clichés om hem te beschrijven dus laat ik hier volstaan te zeggen dat ik een liefhebber ben van Italiaanse wijn en dat ik onmiddellijk goesting kreeg aan een vol glas Amarone.

Hij is wellevend. Biedt me espresso aan – het was nog te vroeg voor wijn – en vertelt me dat het huis, ingericht met dezelfde verfijnde smaak als waarmee hij gekleed is, verkocht moet worden. Hij neemt de leiding en loodst me door mijn verlegenheid heen. Aan vrouwen uit het veld slaan is hij blijkbaar gewend. Hij stelt voor me het huis te laten zien en neemt me aan mijn elleboog mee de lui wentelende trap op. Ik val stil en vraag me af wanneer iemand me voor het laatst bij mijn elleboog leidde en wanneer ik voor het laatst zo’n trappenhuis zag. In mijn dromen denk ik…

In de slaapkamer, een hele verdieping met annex badkamer, lopen we de vrouw des huizes tegen het lijf. Een asblonde Zweedse schone, met kraakwitte gesteven blouse, hakken waar ik niet op kan lopen en een stralend geglosste nude glimlach, stelt zich voor. Ze laat me het goederenliftje zien dat vanouds bedoeld is om gerechten vanuit de in het souterrain gelegen keuken naar de eetkamer te verplaatsen, maar nu vooral dienst doet als boodschappenlift.  Achter het deurtje staan Gucci-schoenen en een Louis Vuitton-tas, vers uit de PC, te wachten op een plekje in de inloopkast. Weer beneden excuseert zij zich. Het werk roept. Met hem maak ik het gesprek af en als hij me even later uitlaat kust hij me op mijn wang.

Verhit fiets ik terug naar kantoor waar ik, struikelend over mijn woorden, het verhaal vertel. Mijn collega – die ’s avonds dubbelt als mijn echtgenoot – googelt de Italiaanse naam. De eerste hit is een website met seksschandalen binnen grote Europese multinationals. Alfredo neemt een ereplaats in. Verder wordt gewag gemaakt van een indrukwekkende lijst aan topfuncties bij diverse topbedrijven en blijkt meneer ook nog een carrière als topsporter gehad te hebben – vandaar dat lijf. Het maakt hem niet minder indrukwekkend. En ook niet minder sympathiek, trouwens.

Een week na het prettige gesprek wordt ik door haar gebeld. Ik krijg de opdracht niet; mijn kantoor mist de prestige en de link met internationale makelaarsnetwerken. Ik begrijp het en ben dan ook oprecht verbaasd wanneer ze me een maand later weer belt met de vraag of ik de opdracht alsjeblieft alsnog wil aanvaarden. Prestigieuze kantoren zijn namelijk niet per definitie de beste, heeft ze ontdekt.

De verkoop gaat goed en niet veel later tekent zij per volmacht de koopakte voor hem. We praten nog even na met een kop koffie. ‘Je weet toch hoe het zit met Alfredo en mij? Hij heeft een vrouw en gezin in Italië waar hij vier dagen per week verblijft en in de weekends is hij bij mij, in Amsterdam. Nu willen we samen nog een kind.’

Ik begrijp het volkomen. Sommige mannen zijn gewoon te veel voor één vrouw. En bovendien, als je maar vier uur slaap per nacht nodig hebt om briljant te kunnen functioneren, dan houd je ook best tijd over voor twee gezinnen. Als vrouw kan je dan parttime je ongeharste luie zelf uithangen, om in het weekend weer fris en opgepoetst de energieke minnares te zijn. De ideale oplossing. Audrey Hepburn zei ooit: ‘Wordt bewonderd door een Amerikaan, trouw met een Brit, flirt met een Italiaan en houd er een Franse minnaar op na.’ De vrije invulling van Alfredo is als volgt: ‘Heb een Zweedse minnares, trouw een Italiaanse vrouw, flirt met een Amerikaanse en word bewonderd door je Nederlandse makelaar.’

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *