Het schemert. Vormen vervagen, herinneringen verscherpen. Hier zijn haar kinderen geboren, hier ligt haar jeugd. Ze haalt een lapje over het aanrecht en bergt de laatste schoonmaakspullen op. Ze snelt de deur uit en bereikt net voor sluitingstijd de slijterij. Met een fles Veuve rent ze terug. Voor de laatste keer neemt ze met twee treden tegelijk de trap naar haar verleden. In de brandschone koelkast legt ze het welkomstcadeau.
Midden in de nacht gaat de telefoon. Brand! In haar oude huis! Een gebroken maar nog gekurkte flessenhals vormt het bewijs: kortsluiting in de koelkast door een ontplofte champagnefles.
‘Bij wanprestatie kan een deel van de koopsom in depot gehouden worden’, echoën de woorden van de notaris in haar oor.