Leon

Het is donderdag en op donderdag ben ik meestal thuis. Thuis in mijn nieuwe huis, aan het werk in mijn nieuwe werkkamer met luiken voor de ramen en fruit en korenaren van gips aan het plafond. Thuis op mijn nieuwe plek aan de Veluwezoom, op de hoge oever van de IJssel waar aan de overkant de Achterhoek begint.

Ik woon hier nog maar net, maar donderdag is hier een fijne dag heb ik in de gaten. Op donderdag komt Leon. Leon komt van die overkant, uit Doetinchem als ik me niet vergis. Het is een fijne vent, altijd vrolijk en altijd belangstellend en hij praat met zo’n R die me nu al dierbaar is.

Rond een uur of één gaat meestal de bel. Hier is dat een klingel, van een koperen bel met een klepel, geen dingdong zoals in Amsterdam. Als ik me haast vanuit een van de hoeken van het huis en onderweg de oude eierdoos meepak, weet ik best dat dat eigenlijk niet nodig is. Leon wacht wel, hij heeft de tijd. Als ik open doe, vroeger of later, lacht hij me toe.

Hierwauwaweer!, zegt hij met z’n gestreepte kaasboeren schort voor en zijn onhandige handen op een hoogte die ik de eerste keer niet verwachtte. Samen lopen we naar zijn bus. De luifel staat open, maar veel van wat ik wil haalt hij uit het koelruimpje aan de achterzijde van de bus. Hij verkoopt nootjes, gedroogde worsten, boter, kaas en verse eieren. Ik verheug me op de kaas en bestel meestal forse stukken. Vakkundig snijd Leon ze af met een draad. Het is bevredigend om naar te kijken, op YouTube zou het een hit kunnen worden. Het fijnste is de gatenkaas. Rond de gaten veert het bleekgele glanzende kaasvlees even in, om zich dan vervolgens toch gewonnen te geven aan de doelmatige scherpte van Leons draad. Maar het mooiste moet nog komen.

Met een drievingerige hand ter hoogte van een normale elleboog pakt hij een kaaspapiertje en legt het neer. Met zijn andere hand aan een iets langere arme strijkt hij het glad om er vervolgens de perfecte kaaspunt op te leggen en het in vier handige bewegingen met vlijmscherpe vouwen om mijn Maasdammer te plooien.  Leon moet er iets dieper voor doorbuigen dan een ander mens, maar ik denk dat hij juist daardoor intiemer is met zijn kaas. Het perfecte pakje wordt dichtgeplakt met een enkel plakbandje en met liefde overhandigt hij het.

Goed goan! groet hij me.
Tot volgende week Leon!, roep ik hem na.

Eenmaal thuis leg ik mijn koopwaar op het aanrechtblad. Ik probeer de kaas zo voorzichtig mogelijk uit het papier te vouwen om er een paar plakken van af te snijden. Ik zet een pannetje op het vuur met een klont boerenboter en breek er een eitje in. De plakken kaas laat ik er overheen smelten terwijl ik zo zorgvuldig mogelijk het papier weer op exact dezelfde manier probeer terug te vouwen om de kaas. Het lukt een beetje. Maar iedere dag lukt het een beetje slechter. Omdat het stuk kaas kleiner wordt natuurlijk, maar ook omdat niemand zo zorgvuldig en handig vouwen kan als Leon.

Het kaaspapier is hier een soort maatstaf voor het verglijden van de dagen. Tegen de tijd dat er niet veel meer over is dan een frommel papier om een kaaskorst, is het alweer tijd om de oude eierdoos klaar te leggen. Het is weer donderdag.

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *