Simon

De zon schijnt, vrolijke Franse chansons klinken uit de speakers en hoewel het kwik maar nauwelijks 17 graden aangeeft, heerst er een zomerse sfeer op de Pure Markt. De kille noordoosten wind lijkt te zijn vergeten dat het al mei is, maar niemand trekt zich er iets van aan. De terrassen op de markt stromen vol en het grasveld in park Frankendael vult zich met oesterslurpende, champagne-nippende en Japanse poffertjes-etende mensen. 

Uw columnist, in haar vrije tijd soepkok onder het pseudoniem Godfried van Bouillon, staat monter aspergesoep op te scheppen vanonder een rood wit blauwe luifel als ze plots rook ruikt. Nou staat er doorgaans wel iemand vis te roken op de markt en is een lichte rooklucht op zich dus niet vreemd, maar deze rook waait uit een andere hoek. Niet vanaf de ingang bij het bruggetje aan het Slingerpad waar visroker en kippenrôtisseur altijd gebroederlijk naast elkaar staan, maar vanaf het grasveld. Bovendien is deze rook niet zwaar van visvet, maar eerder delicaat kippig… Omdat waar rook is wel eens vuur kan zijn, besluit Godfried zodra de drukte het toelaat, poolshoogte te nemen.

Op het grasveld staat, geloof het of niet, een heus mobiel crematorium. Het staat er zelfs in niet mis te verstane woorden in sierletters op geschreven: Crematorium voor kleine dieren. Vanuit het kleine keetje op wielen stijgt een rookpluim op. Rouwende mensen groepen samen om een kop koffie te drinken op de zojuist in rook op gegane Fientje, zo blijkt. Tissues doen de ronde voor de nabestaanden en zelfs wildvreemden herdenken de zich onlangs doodgeschrokken kanarie respectvol. De hond van de buren is de vermoedelijke doodsoorzaak.

Als Godfried een paar litertjes soep later nog eens gaat kijken bij het crematorium wordt net huisspin Simon opgebaard. Het is zo’n indrukwekkende bruine, die in levenden lijve met Godfried wel eens hetzelfde zou kunnen doen als de hond van de buren met de zich onlangs doodgeschrokken kanarie Fien. Ik ben namelijk als de dood voor dit soort snelle jongens.

Nu, zo in z’n dooie uppie op een witte baar, de pootjes armetierig onder zijn best forse lijf gekruld, lijkt niets meer bedreigend aan de arme jongen. OK, hij heeft iets te veel ogen naar mijn smaak en op zijn minst twee poten te veel, maar ik heb oprecht met hem te doen. Als hij meer dan de paar verdwaalde haren zou hebben die nu van zijn poten pieken, had ik hem graag ten afscheid geaaid. Het was een rake uithaal van een kattenklauw die er voor zorgde dat de buurtkinderen Simon nog maar enkele minuten geleden zieltogend aantroffen op de keldervloer. Wat een gelukkig toeval dat er precies op deze voor het spinnenbeest zo noodlottige dag een mobiel crematorium in het park blijkt te staan!

Simon veroorzaakt nauwelijks rook en als het deurtje van het emailleeroventje opengaat waait er slechts een weinig stof op. De laatste restjes van Simon vervliegen met de noordenwind. De crematie duurt net lang genoeg om mijn voor een beker soep geruilde glas champagne tegen dat van mijn collega te stoten: op Simon, de arme bruine huisspin.

 

Deze column is live voorgelezen in radioprogramma Scheltema Culinair van AmsterdamFM, met deze week Trienet Kroon van de Pure Markt als gast. Het programma wordt wekelijks uitgezonden op woensdag vanuit boekhandel Scheltema op het Rokin. Via deze link kun je het programma terugluisteren en hier beluister je alleen de column.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *